In Tai Chi Chuan trainen we onze bewegingen natuurlijk uit te voeren en innerlijke kracht ‘jin’ te ontwikkelen. Wordt een houding volgens de principes van Tai Chi Chuan correct uitgevoerd dan kan de qi stromen en hebben we ‘jin’: bij lichte druk door een partner kunnen we zonder moeite stabiel blijven staan.
Vechtkunst betekent dus bij Tai Chi Chuan niet leren te vechten, maar is een middel om te zien of we de innerlijke principes op de juiste manier hebben begrepen en getraind. Door middel van testen kunnen we ontdekken of de qi vrijelijk stroomt en of er 'jin' aanwezig is. Partneroefeningen zijn zeer geschikt om te zien en voelen of Tai Chi-houdingen goed uitgevoerd worden.
Dit soort testen kan niet vergeleken worden met de competitieve sfeer van gewone vechtsport. De testen hebben een meer speels karakter en er mag ook gelachen worden. De interactie van de partners is dan ook meer gegrond op samenwerken dan op vechten.
Tijdens het leren van de Tai Chi-vorm onderzoeken we in de meer statische ‘qi-testen’ de stabiliteit en het evenwicht van de houdingen. Op een later moment, bij de partneroefeningen ‘pushing hands’ en ‘fightingform’, wordt de benadering dynamischer en testen we de ‘jin’ tijdens het bewegen.